PLANNEN OF STERVEN


Het was de ochtend van de zevende september toen de twee groepen elkaar tegenkwamen. Vasco, Jaap en Tjytske trokken met hun flatgenoten zuidwaarts toen ze Thijs, Joris, Ying Ying en Irka tegenkwamen. Toen de tranen van het weerzien waren gedroogd keek het zevental zich naar hun groepsgenoten en zichzelf. Ze waren niet alleen bedekt met vuil en stof, ook waren ze uitgehongerd en bezaten ze vrijwel niets behalve hun kleren. "Vrienden, het is tijd voor een stevig overleg," verhief Jaap zijn stem. "We moeten deze groep tot een eenheid smeden, anders zullen we het niet overleven." Iedereen keek hem wat wazig aan – bij velen dreunde de schok van de ramp nog na. "We rusten een kwartier en plegen overleg, dan leggen we een plan voor en stemmen we erover, right?" De meesten reageerden nauwelijks, maar het bleek dat ze wel gehoord hadden wat Jaap zei: iedereen plofte op de grond en begon in kleien groepjes met elkaar te praten.

Joris, Thijs, Irka, Ying Ying,Vasco, Jaap en Tjytske gingen bij elkaar zitten. Thijs nam als eerste het woord. "Mensen, we mogen blij zijn dat we het overleefd hebben, maar voor de rest zitten we in deep shit. De temperatuur stijgt, het water staat al in de buitenste wijken van groningen en we hebben geen voedsel, dekens, medicijnen… als het zo doorgaat sterven we binnen enkele dagen." Tjytske viel hem bij. "We moeten ons nu organiseren! Er zijn vast nog meer overlevenden. Er zal een strijd ontstaan om voedsel, wapens en medicijnen – we moeten zorgen dat we ons mannetje kunnen staan." – "Daarvoor moeten we eerst onze eigen organisatie goed krijgen," begon Vasco. "Ik stem voor een aristocratisch grondvlak…" Joris snoof. "Je bedoelt dat we een paar leiders uitkiezen die de groep runnen?" Vasco knikte. "We need action, and fast!" Jaap veegde een stuk aarde vrij van afval en greep een pvc-buis. In het stof verscheen de structuur van wat een hechte groep zou gaan worden. Er werden een aantal departementen gevormd. Ieder departement zou worden aangevoerd door een van hen. Jaap zou samen met Kees (een geboren militair, maar geen geboren leider) een groep vechters samenstellen. Zij zouden gaan zorgen voor de bewaking 's nachts, verkenning, en algemene verdediging. Ook zouden ze fungeren als interne politiemacht – maar voor een groepje van twintig man zou dit een beetje overdreven zijn. Volgens Jaap moesten ze er echter rekening mee houden dat de groep nog zou groeien.

Irka en Ying Ying zouden zorgen voor de voedselvoorziening – niet alleen moest er voedsel gezocht worden, maar ook het nodige gerei en de bereiding zouden hun taak zijn. Tjytske zou samen met Vasco zorgen voor de medische verzorging van eventuele gewonden, en de verzameling of bereiding (Tjystke kende veel kruiden, Vasco kende veel stoffen) van medicijnen.

Thijs en Joris zouden tenslotte zorg dragen voor de organisatie van het kamp, en de registratie van personen en hun functies.

Al deze functies klonken wel wat erg verheven, maar aangezien hun situatie zeer ernstig was lachte er niemand. Jaap stond op en sprak met luide stem de rest van de groep toe. "Het komt er in feite dus op neer dat de leiding van deze groep berust bij zeven personen. Natuurlijk worden suggesties en voorstellen op hun waarde gewogen. Wie is het eens met ons voorstel?" Er ging geen enkele vinger omhoog, en jaap verbleekte. Daarop stapte Ying Ying naar voren. "Zo moet je dat niet vragen idioot!" grijnsde ze jaap even toe. Ze keerde zich naar degroep en vroeg dit keer: "Wie van jullie is het NIET eens met ons voorstel?" Weer ging er geen vinger omhoog. Triomfantelijk vervolgde Jaap "Bij deze is het besluit van kracht! De Groep is een feit."

Direct werden er groepen samengesteld. Er kwam een 'knokgroep' van zeven man. Jaap en Kees leidden het groepje, waarin ook Stefano zich bevond, en Raaf en Kuub, vrienden van Jaap. De potigste kerels werden uitgezocht. Een middag puinruimen in de omgeving bracht een stel knuppels, buizen en stokken bijeen, die gemakkelijk konden dienen als voorlopige wapens. Een luchtdrukpistool dat werd gevonden viel in de handen van Jaap. Verder werd er kleding geruild. Vanaf dat moment zou de knokploeg herkenbaar zijn aan hun zwarte truien of shirts.

Bij de afgraving moest van tijd tot tijd gepauzeerd worden. Niet alleen omdat het zwaar werk was in de vochtige atmosfeer, maar ook omdat de stank an rottende lichamen bijna omverdraaglijk was. "We moeten geen dag langer in deze stad blijven dan nodig is, anders hebben we veel meer zieken dan we kunnen gebruiken," fluisterde Tjytske tegen Vasco. Deze hoorde haar niet, want hij had juist een hol ontdekt, waardoor de onderste verdieping van een huis toegankelijk werd. Het was er aardedonker, maar Vasco en Joris waagden zich naarbinnen. Het instrortingsgevaar was natuurlijk groot, maar de kans was nog veel groter dat ze in die bedolven doch ongeschonden verdieping veel bruikbare zaken zouden kunnen vinden.